De dieren als stille helpers van biodiversiteit

In de Waelde Tuin geloven we dat alles met elkaar verbonden is. Niet alleen de planten, bomen en bloemen, maar ook de dieren die er wonen. Zij zijn de stille bouwers van biodiversiteit, de kleine en grote helpers die ons landschap gezond en levendig maken.

Neem bijvoorbeeld de kippen die vrolijk door de boomgaard scharrelen. Terwijl ze genieten van gevallen fruit en insecten, zorgen ze er ook voor dat de bodem los en vruchtbaar blijft. Hun gekrabbel maakt composteren natuurlijk, en ze houden de balans tussen plaagdieren en gewassen in stand. Elke keer dat ze een rups of slak oppeuzelen, helpen ze de bomen en planten om sterk te groeien.

"Wie de natuur écht wil begrijpen, moet luisteren naar het zachte gebrom, gefladder en getrappel tussen de bomen."

Dan zijn er de bijen en andere bestuivers die tussen de bloemen dansen. Zij vormen de onmisbare schakel tussen bloei en oogst. Zonder hun harde werk zouden veel van onze gewassen – van appels tot pruimen en kruiden – simpelweg niet bestaan. Daarom zaaien we inheemse bloemen en kruiden die hen aantrekken en zorgen we voor rustige plekjes waar ze kunnen nestelen.

En dan de grotere helpers: de vogels, egels en misschien zelfs een nieuwsgierige roofvogel die af en toe op bezoek komt. De vogels helpen bij het verspreiden van zaden en houden schadelijke insecten in toom. Egels scharrelen tussen de gewassen en eten slakken, terwijl de vos – als deel van het natuurlijke ecosysteem – zorgt voor een evenwicht in kleine populaties.

Door dieren welkom te heten, ontstaat er meer leven in de tuin. Er is minder behoefte aan ingrijpen en het systeem begint zichzelf te ondersteunen. Dat is biodiversiteit in haar puurste vorm: een levendig netwerk waar alles zijn plek en waarde heeft. Hier in de Waeldernis leren we elke dag van deze kleine helpers. Zij herinneren ons eraan dat de natuur het mooiste werk doet, als we haar de ruimte geven.